We zijn bijgeslapen, gewassen, hebben m’n tantes adres. We nemen twee scootertaxi’s en eigenlijk begint hier het ongemak. Na nog geen halve minuut zijn we elkaar kwijt. Onze brommertjes zijn uit elkaar gedreven door Ambons weggebruikers, want ze hebben hier een bedroevender verkeersinzicht dan die van blinde geiten. Terwijl iedereen elkaar in elk geval van alle kanten lekker klem rijdt, verschijnt een scooter naast me met man en vrouw. Bekenden van mijn chauffeur denk ik, uitgaande van hun getetter tegen hem. Duidelijker dan me lief is, gaat het over het bijna-blanke schepsel (is het een mens, kan het praten, kan het trucjes) achterop. Misschien bepalen ze slechts hoe poezelig ik er uitzie, maar ik voel me er ronduit bescheten bij zitten.
Het duurt twintig lange minuten voordat ik Claire terugvind, ergens langs de weg bovenop een berg. Daar staat ze toch, op de plaats van bestemming. Al is dat helemaal niet de plaats van bestemming, maar ellendig: dat leren we pas als de taxi’s zijn verdwenen. ‘Hoe komen we nou bij mama Neeltje?’ Het vraagstuk behandelen we door een kwartier lang rond te staren. Maar kordaat in actie komen, ho maar. Niet uit onwil moet ik zeggen, maar omdat er nergens mensen lopen, rijden, langs de weg liggen te slapen (het gebeurt hier o-ve-ral) of wat dan ook. Niemand die ons verder kan helpen. Mijn tante snapt na mijn gewhatsappte foto’s ook niet waar we uithangen, behalve dat we ver weg zijn.
Maar dan opeens duikt Ambons politieteam op. Daar om het hoekje. Wij vragen hulp, zij zijn lief. Ze brengen ons. Het duurt even, maar eindelijk zien we m’n tante staan, zwaaiend langs de straat.
Vanaf die straat lopen we over een donker paadje naar het huis. We schrikken ons maar net op het nippertje geen hartaanval, als rechts van ons een huiselijk gevecht uitbreekt. De fysieke variant. De veldslag wordt tot buitenshuis met veel lawaai ter demonstratie gesteld en dus kunnen we zeggen: de sfeer is tot nu toe alvast perfect.
In de woning van mijn tante werpen we elke aanwezige een contactzoekend zjallootjes toe om ons erna voor te kunnen stellen, maar volgens willekeur groeten ze wel of niet half-half een soort van terug. Te verlegen denk ik, maar moet je eens in onze ongemakkelijke schoenen staan.
Goed, vanavond dineren we dus thuis bij mama Neeltje, met papa Chris en hun vijfkoppige kroost. Met zijn allen rond de eettafel, we zagen het voor ons. But no. We worden met z’n twee aan de tafel gezet. We vragen of de rest ook komt eten. ‘Ja, ja’, stelt m’n tante ons gerust, maar dat moet een beleefdheidsantwoord zijn. Er gaat helemaal niemand eten. In onnatuurlijk nette houding zitten we met z’n tweeën voorzichtig te knauwen aan de gebakken goeie kip. O, is dat een partijtje ongerieflijk met de zes paar onbekende ogen die ons liggen aan te gapen vanuit verschillende hoeken uit de soort van keuken. En dat terwijl het eigenlijk de bedoeling was dat wíj aapjes zouden komen kijken trouwens. Claire probeert wat vragen te stellen uit oprechte interesse én om meteen maar die ongemakkelijke stilte te bestrijden, maar de taalbarrière steekt een ijzeren balk voor een goed lopend gesprek. Delcya was onze vermeende tolk, maar helaas kwamen we er snel achter dat ook zij amper Engels spreekt. Maar
, voorbereid als ik altijd ben, ik heb een vertaal app gedownload. Verheugd laat ik de vertaling zien van een paar vragen. Maar het is allemaal voor de kat z’n kut. Zeventig procent van de tijd volgt geen enkele reactie. Ligt het aan de vertalingen van de app, ligt het aan mijn familie..
Dank de hemel treedt er, net als het lekkere eten op is, alsnog een ijsbreker aan: het is de woonkamer. Hij heeft muziekdienst. Een lekker Indonesisch house hitje blaast door de speakers en een buurman en mijn tienjarige, knappe neefje en veertienjarige nichtje dansen. Zo heb ik m’n muzikale bruine volk het allerliefst, in hun kracht. Zingend of op de gitaar kan ook. De rest van de kamer juicht enthousiast toe. M’n neefje vraagt ons ten dans en terwijl Claire stilletjes nog de een of andere cultuurshock op haar stoeltje probeert te verwerken, trappel ik met bezieling de vloer op.